Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum (BSL)
Doelgroep: medici, paramedici, verplegers/verzorgers, psychologen
In alle delen ligt een sterk accent op de toepassingsmogelijkheden van neurowetenschappen, de relatie met het dagelijks leven en de problemen die patiënten/cliënten ondervinden.
Deze 6 boeken zijn met korting te bestellen via www.bsl.nl/shop/cranenburgh. Klik hier voor folder en kortingscode. Ze zijn ook zonder korting verkrijgbaar via www.bol.com of iedere andere boekhandel.
In onze samenleving komen sommige onderwerpen uit de neurowetenschappen herhaaldelijk aan de orde:
Onderstaande vier boeken geven hierover nuttige informatie in voor ieder begrijpelijke taal. Te bestellen via www.bol.com en iedere andere boekhandel.
Een 40 x 60 cm poster die gebruikt kan worden om de mogelijkheden van herstel na hersenbeschadiging uit te leggen.
Een beroerte of hersentrauma is voor patiënt en familie vaak een drama. De ontreddering is voor een deel terug te voeren op onwetendheid: op scholen wordt veel onderwezen, helaas weinig tot niets over hersenbeschadiging en de gevolgen daarvan. Dat is eigenlijk merkwaardig gezien de omvang van het probleem: in Nederland leven minstens 300.000 mensen (1 op de 50) met de merkbare gevolgen van een (kleine of grote) beroerte of hersentrauma (waaronder ook hersenschudding).
De opvattingen onder leken variëren van “Eenmaal laesie, altijd gestoord”: doemdenken, tot “Als je maar oefent, komt alles weer goed”: valse hoop. Juist daarom is het van groot belang de patiënt en familie een realistisch idee te geven over de mogelijkheden van herstel. In de huidige praktijk zijn er steeds weer patiënten die, tegen alle verwachting in, redelijk tot goed herstellen en hun leven weer oppakken: dat stemt tot nadenken! Daarbij komt dat we nu (eindelijk!) tot het inzicht gekomen zijn dat ons brein zeer plastisch is en over diverse herstelmechanismen beschikt: dat inspireert tot een doortastende aanpak! Het is echter lastig om individuele voorspellingen te doen, want vele en uiteenlopende factoren spelen een rol, zoals genetische diversiteit, leerervaringen, cognitieve factoren, motivatie, geduld, ondersteuning. Eén van die factoren is kennis en inzicht: wanneer de patiënt weet dat er herstelmogelijkheden zijn, zal hij daar moed uit kunnen putten. Neem daarom rustig de tijd om aan de hand van deze Hersen-Herstel Poster de mogelijkheden uit te leggen.
Dit boek geeft een overzicht van het immense vakgebied van de neurowetenschappen. Het is een basistekst met een sterk praktische signatuur. De lezer vindt opvattingen over het zenuwstelsel en de hersenen vanuit veel verschillende invalshoeken, o.a. vanuit de neuroanatomie, neurofysiologie, klinische neurologie, psychologie en evolutiebiologie. Fundamentele vragen komen aan de orde, zoals:
Inzichten uit de neurowetenschappen kunnen inspireren tot een nieuwe aanpak in onderwijs, sport, muziek en revalidatie: een uitdaging voor de toekomst?
Dit boek geeft een overzicht van neuropsychologische stoornissen en problemen als gevolg van verworven hersenbeschadiging (o.a. CVA en hersentrauma). Het bevat ook hoofdstukken over kinderneuropsychologie, veroudering en neurodegeneratieve aandoeningen en het geeft adviezen voor neuropsychologisch onderzoek: welke observaties en tests zijn nuttig om neuropsychologische functiestoornissen vast te stellen?
De talrijke neuropsychologische (cognitieve) stoornissen worden gepresenteerd vanuit de lokalisatie van de hersenbeschadiging, maar vooral ook vanuit de optiek van de patiënt: wat zijn de gevolgen die hij of zij subjectief ondervindt? Denk bijvoorbeeld aan:
De beschrijving van deze praktijksituaties maakt de tekst levendig en herkenbaar voor iedereen die te maken heeft met patiënten met hersenbeschadiging: artsen, therapeuten, verplegers/verzorgers, psychologen en begeleiders.
Dit boek bespreekt de uiteenlopende vormen van plasticiteit en de talrijke mechanismen die kunnen bijdragen aan herstel na hersenbeschadiging. Diverse therapeutische strategieën kunnen deze plastische herstelmechanismen ondersteunen. Na een beginperiode van therapeutisch nihilisme en doemdenken zijn de neurowetenschappen tot ontwikkeling gekomen en ontvouwen zich positieve perspectieven voor patiënten met hersenbeschadiging.
De ervaring leert dat vrijwel iedereen zelf of in de directe omgeving iemand kent die moet leven met de gevolgen van hersenbeschadiging. Vooral beroerte en hersentrauma komen veel voor. In Nederland kampen minstens 200.000 mensen met de gevolgen van hersenbeschadiging. De effecten van diverse vormen van therapeutische aanpak worden kritisch besproken (evidence based medicine, richtlijnen, consensus-rapporten). Ook in dit boek staat de patiënt centraal: een probleem is per definitie datgene wat de patiënt subjectief als probleem ervaart. De gekozen revalidatieprocedure is gebaseerd op de wensen en inzet van patiënten. Het boek biedt een essentieel gedachtegoed voor iedere hulpverlener in de neurorevalidatie.
Dit boek bespreekt de opmerkelijke veranderingen in inzichten over pijn uit de afgelopen 50 jaar. Filosofische, psychologische, fysiologische en neurologische benaderingen sluiten vaak goed op elkaar aan. Het boek geeft een synthese van de huidige opvattingen. Patiënten met onbegrepen pijn werden (en worden) nog vaak bejegend als querulant, simulant of psychisch labiel. Deze stigmatisering werkt negatief en draagt niet bij aan beter inzicht in chronische pijn. We weten tegenwoordig dat ons pijnsysteem kan veranderen door talrijke en uiteenlopende factoren, zoals levenservaringen (bijv. mishandeling), lichamelijke activiteit (bijv. leefstijl), denkbeelden (bijv. over rugklachten of bevallen), psychische toestand (bijv. meditatie) en omgevingsprikkels (bijv. muziek, uitzicht).
Pijn kan bestaan zonder onderliggende aandoening en is dan een probleem op zichzelf. Een patiënt met chronische pijn behoort serieus te worden genomen. Een zuiver medische benadering (pillen, blokkades, operaties) schiet vaak tekort. Het repertoire van beïnvloedingsfactoren is veel breder. Een verantwoorde, individueel gerichte keuze helpt de patiënt zo lang mogelijk zelf de regie te houden. In dit boek staat niet een discipline, maar het begrip van de mens met pijn centraal.
Motorisch leren is niet alleen een zaak van spieren, maar ook (en vooral!) van zintuiglijke en cognitieve informatieverwerking. Motorisch leren is ondenkbaar zonder hersenen en dat maakt het een ‘hoofdzaak’. Er bestaat niet één superieure leermethode, maar er is een heel palet aan leerstrategieën waaruit in ieder individueel geval gekozen kan worden. Aan de hand van een scala aan uitgewerkte voorbeelden op het gebied van sport, muziek en revalidatie laat het boek zien dat de wetenschappelijke inzichten over motorisch leren direct toepasbaar kunnen zijn in de praktijk. Het boek is nuttig voor iedereen die zich bezighoudt met het aanleren van motorische vaardigheden: professionals, zoals sport-, muziek- en dansleraren, paramedici, maar zeker ook de geïnteresseerde leek.
Segmentale verschijnselen zijn manifeste weerspiegelingen van orgaanafwijkingen aan het lichaamsoppervlak. Ze kunnen een belangrijke rol spelen bij diagnostiek en therapie in de (para)medische praktijk, bijvoorbeeld: pijn en/of spierspanning aan een schouder kan wijzen op een hart- of leveraandoening. Dit geldt echter ook voor veel andere organen. Het boek gaat in op de precieze oorsprong van segmentale verschijnselen: referred pain (‘misplaatste’ pijn) en talrijke reflexverschijnselen. Segmentale relaties zijn in de vergetelheid geraakt. Dit boek probeert de eenvoudig waarneembare verschijnselen weer onder de aandacht te brengen.
Mensen met hersenbeschadiging (trauma, CVA etc.) komen vaak, al of niet na een ziekenhuisopname of revalidatie, weer thuis. Dan duiken nogal eens niet voorziene problemen op. Veel mensen die dit overkomt zeggen zelfs dat de problemen pas echt beginnen vanaf het moment dat ze hun leven weer proberen op te pakken. Dan wordt pijnlijk duidelijk dat er behalve motorische bijna altijd ook andere stoornissen of veranderingen zijn, bijvoorbeeld op het gebied van cognitie, stemming, emotioneel gedrag en persoonlijkheid. Deze veranderingen kunnen beslissend zijn voor het verdere verloop van iemands leven. De praktijk leert dat ook op lange termijn vooruitgang mogelijk is. Hulpverleners, zoals thuiszorgmedewerkers, huisartsen, fysiotherapeuten en psychologen, kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. Dit boekje biedt hiervoor een inhoudelijke onderbouwing, met veel, uit het leven gegrepen voorbeelden.
Pijn is de meest voorkomende, en tegelijk minst begrepen klacht. Mensen met chronische pijn worden lang niet altijd serieus genomen en krijgen vaak verkeerde of schadelijke behandelingen. Onze geneeskunde biedt vooral behandelingen met pillen, injecties of operaties. De resultaten bij chronische pijn zijn echter zeer teleurstellend. Nieuwe inzichten laten zien dat ons pijnsysteem flexibel is: het kan ‘op scherp’ staan wanneer dat nodig is (bijv. tijdens een genezingsproces), maar kan ook afgeremd worden (bijv. in overlevingssituaties of bij concurrerende prikkels). Dit nieuwe gedachtegoed opent een veel breder repertoire van manieren om pijn aan te pakken. Een rode draad in het boekje is de overtuiging dat iemand met chronische pijn zo veel en zo lang mogelijk zelf de regie moet houden.
In dit boek geeft Henk Lindeman een openhartig, kritisch en analytisch relaas over de gevolgen van zijn herseninfarct, zijn revalidatie en het leven dat daarop volgde. Zijn herseninfarct zat aan de rechterzijde en dit levert op zichzelf al een bijzonder verhaal op. De specifieke problemen na beschadiging van de rechterhemisfeer, zoals ruimtelijke desoriëntatie en neglect, zijn minder algemeen bekend. Henk geeft een helder beeld van deze problemen. Zijn herstel kan inspirerend zijn voor andere patiënten. Parallel aan het persoonlijke relaas van Henk geeft Ben van Cranenburgh uitleg over hersenen, stoornissen en herstel. Deze combinatie maakt het boek ook interessant voor hulpverleners in de neurorevalidatie. Het is immers nuttig de gevolgen van een beroerte te bekijken vanuit het perspectief van de patiënt.
Muziek bereikt vele uithoeken van het brein. Dat geldt vooral voor actief muziek maken. De muzikale emotie, het muzikale betoog en de vingervlugheid zijn mogelijk bij de gratie van het brein. Ben van Cranenburgh schreef dit boek vanuit twee ervaringsgebieden: als neurowetenschapper en als actief musicus. De neurowetenschappen hebben de musicus iets te bieden: hoe verwerkt het brein muzikale informatie, welke oefenmethodes zijn effectief? Omgekeerd vormt de praktijk van de muziek een uitdaging voor de neurowetenschapper: hoe zijn die duizelingwekkende muzikale prestaties mogelijk? Dit boek brengt ook een pleidooi. Ons brein staat in principe open voor alle muziek. Daarbij past een breed aanbod, zodat iedereen kan kiezen en zich kan ontplooien in een zelfgekozen richting. In de huidige maatschappij dreigen echter eenvormigheid en afbraak van cultuur. Daartegen is verzet nodig. Muziek moet op vele fronten een plaats hebben in onze samenleving: onderwijs, recreatie, cultuur en therapie.
Inzichten en opvattingen over de kracht van muziek kunnen op vele fronten neurowetenschappelijk worden onderbouwd. Klik hier voor een uitgebreide referentielijst.
Alle vooruitgang ten spijt: oorlog en andere rampspoed zijn niet ver weg. Mensen worden getroffen door oorlog, droogte, overstromingen, epidemieën, mishandeling en seksueel geweld en nog veel meer. Al deze vormen van stress hebben hun specifieke invloed op ons brein. Neurale netwerken passen zich aan zodat ons gedrag wordt ingesteld op de situatie. Veel verschijnselen zijn logisch en begrijpelijk: natuurlijk ben je super-waakzaam en slaap je licht, natuurlijk ben je overgevoelig voor prikkels, natuurlijk ben je angstig bij het minste geringste, natuurlijk ga je uit van een worst-case scenario en vertrouw je niemand. In oorlog zijn deze verschijnselen adaptief, maar eenmaal terug in de veilige wereld kan zich dit tegen je keren: we spreken van PTSS: posttraumatisch stresssyndroom. In dit boek wordt uitgelegd welke impact rampspoed op ons brein heeft. Vanuit de neurowetenschappen dienen zich strategieën aan om de zaak ten goede te keren. Dit levert nuttige inzichten voor slachtoffers, naasten en hulpverleners.
Zijn wij wel “beschaafd”? Onze economische groei komt nauwelijks ten goede aan diegenen die dat verdienen. Er is ongelijkheid en uitbuiting: de nieuwe slavernij. Dieren sterven uit en bossen verdwijnen. Overconsumptie heeft een gevaarlijke vervuiling en klimaatverandering veroorzaakt. Vooral arme mensen en arme landen zijn hier de dupe van.
We zijn terechtgekomen in een bizarre en hectische wereld: continu presteren en concurreren, steeds maar beter zijn dan die ander, streven naar omzetvermeerdering en meer productie in kortere tijd. Mensen worden gereduceerd tot consumenten die geconditioneerd worden om onze economische groei te dienen. Wij kunnen dit niet aan en worden er letterlijk ziek van. In deze hyperkapitalistische wereld zijn wij ons morele kompas kwijtgeraakt. We handelen zelfs in stikstofruimte!
Wij zijn vooral met onze eigen voorspoed bezig. Maar op veel plaatsen elders in de wereld heerst rampspoed. Dit kan zo niet doorgaan, een transitie is nodig. Als we onze wereld leefbaar willen houden voor iedereen, voor onze kinderen en voor de kinderen van onze kinderen, zullen we onze levensfilosofie, onze politiek en ons gedrag ingrijpend moeten veranderen: verleg de focus van welvaart naar welzijn en kijk over langere termijn vooruit. Dit boekje stimuleert de discussie over een betere wereld – niet alleen voor deskundigen, maar voor iedereen.